Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

omzetbelasting

betekenis & definitie

v., belasting op de omzet, op de meeste artikelen die verhandeld worden, ook op diensten.

(e) In Nederland is de omzetbelasting ingevoerd bij de wet van 25.10.1933 (gewijzigd in 1954) en vervallen bij invoering van de belasting op de toegevoegde waarde (BTW; wet van 28.6.1968, Stb. 329). Tot 1969 werd de omzetbelasting geheven volgens het cumulatieve cascadestelsel, d.w.z. dat omzetbelasting verschuldigd was over de verkoopprijs bij iedere levering in iedere schakel van de produktieen distributieketen met uitzondering van de kleinhandel. De totale druk op de aan de consument geleverde goederen hing uitdrukkelijk af van het aantal fasen dat het produkt doorlopen had. Omdat ook op de bedrijfsmiddelen die bij het produktieproces gebruikt worden omzetbelasting rustte, evenals op diensten bij dit proces betrokken, was het nog moeilijker nauwkeurig de omzetbelasting te bepalen die op het produkt drukte. Aangezien de omzetbelasting een algemene verbruiksbelasting is op het binnenlands gebruik, diende de omzetbelasting teruggegeven te worden bij export. In het cascadestelsel kon om genoemde redenen de teruggaaf niet juist worden berekend, evenmin de compenserende heffing bij de invoer. Mede met het oog hierop is in het kader van de harmonisatie der belastingen in de EG per 1.1.1969 een nieuw stelsel van omzetbelasting ingevoerd, de BTW.

In België werd op 1.1.1971 eveneens de omzetbelasting vervangen door de BTW.