Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Niloten (Nilotiden)

betekenis & definitie

de Afrikaanse volken bij de Boven-Nijl tussen Fasjoda (het huidige Kodok) en het Mobutu Meer, die, behalve door hun taal, ook antropologisch een aparte eenheid vormen. Waarschijnlijk zijn de Niloten ontstaan uit een menging van Soedannegers en Europide groepen.

Zij vertonen een geheel eigen type: lange, slanke lichaamsbouw, zeer donkere huidskleur en uitgesproken dolichocefalie. Hun cultuur wordt gekenmerkt door het grote economische, rituele en religieuze belang dat aan de veeteelt wordt gehecht. De Niloten zijn gedeeltelijk sterk met Hamitische groepen gemengd. Tot de zuivere Niloten behoren de Shilluk, de Dinka en de Nuer.De Nilotische talen vormen een van de belangrijkste groepen binnen de Nilo-Saharische taalfamilie, waarbinnen zij bij de Oost-Soedaanse tak worden gerekend (Afrika, TALEN: classificatie, kaart). Zij worden in drie takken verdeeld: een westelijke (Nuer, Dinka, Shilluk en Luo), een oostelijke (Masai, Nandi) en een zuidelijke. Sommigen beperken de naam Nilotisch tot het West-Nilotisch, de twee andere worden dan Nilo-Hamitisch genoemd. Gezien de genetische verwantschap en de taalkundig onbruikbare term Hamitisch (Afroaziatisch) is dit niet juist.

LITT: O.Köhler, Geschichte der Erforschung der nilotischen Sprachen (1955); F.M.Deng, The Dinka of the Sudan (1972).

< >