o., stabiele verbinding van zuurstof en nikkel, met een groene kleur, NiO.
Dit oxide wordt slechts in de samenstelling NiO verkregen door verhitting van nikkel bij 1000 °C. Wordt nikkelcarbonyl gegloeid bij 500 °C dan ontstaat een zwart oxide van de formule NiO₁—₀₀₅ of Ni₀_₉₉₅O. Dit verschijnsel wordt verklaard door aan te nemen, dat er plaatsen open blijven in het kristalrooster (zgn. gaten), die door metaalatomen bezet hadden kunnen zijn. Dergelijke verbindingen met ionengaten hebben een elektrisch geleidingsvermogen (halfgeleider). Deze geleiding komt voor een deel tot stand door beweging van positieve ionen, voor een deel door elektronenbewegingen. Is een plaats van een Ni²⁺—ion onbezet, dan kan een daarachter liggend nikkelion daar naar toe springen, waardoor een andere lege plaats ontstaat enz. Er heeft dan door het hele kristal een vervoer van elektrische lading plaats.