Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mussolini

betekenis & definitie

Benito, Italiaans politicus, *29.7.1883 Predappio (Romagna), ♰(gefusilleerd) 29.4.1945 Giulini di Mezzagra (nabij Como); zoon van een hoefsmid en een onderwijzeres. Mussolini werd in 1901 onderwijzer.

Wegens dienstweigering moest hij in 1902 uitwijken naar Zwitserland. Hier volgde Mussolini de colleges van V.Pareto, wiens antiparlementarisme hem beïnvloedde. Terug in Italië werd Mussolini actief in de socialistische partij en was van 1912-14 hoofdredacteur van het radicaal socialistische Avanti. Na 1914 propageerde hij de Italiaanse interventie in de Eerste Wereldoorlog, en werd hij uit de partij gestoten. Waarschijnlijk met Frans kapitaal stichtte Mussolini het dagblad Il popolo d’Italia (ook na 1922 zijn spreekbuis), waarin hij de neutraliteitspolitiek van Giolitti en het pacifistisch socialisme aanviel. Na de Italiaanse oorlogsverklaring aan Oostenrijk nam Mussolini dienst in het leger, en raakte in 1917 gewond.

In 1919 vormde Mussolini voornamelijk uit oud-strijders, de fasci di combattimento, de eerste fascistische organisatie; in 1921 omgevormd tot de Partito Nazionale Fascista. Na de Mars op Rome (okt. 1922) werd Mussolini kabinetsformateur, waarna hij, met behoud van de monarchie, een autoritaire staat opbouwde. Door in eigen persoon een aantal belangrijke partijen regeringsfuncties te verenigen, ontwikkelde Mussolini zich tot leider, Il Duce, die redenaarstalent, een scherp gevoel voor propaganda en een zeer goed inzicht in ‘public relations’ toonde. Demping van de Pontijnse moerassen, reorganisatie van de Italiaanse spoorwegen en de aanleg van pompeuze bouwwerken, verschaften Mussolini grandeur als organisator. Door een aanvankelijk liberaal bewind wist Mussolini de ondernemers voor zich te winnen, terwijl zijn ideeën over de inrichting van een corporatieve staat nooit verwerkelijkt zouden worden. Na 1930 streefde Mussolini in de buitenlandse politiek naar herleving van de Italiaanse grandeur als Middellandse-Zeemogendheid en stuurde aan op een expansionistische politiek.

Het avontuur in Abessinië (1935) vervreemdde hem van de Westeuropese mogendheden. Zodoende lukte het Mussolini niet zijn onafhankelijke positie te behouden en moest hij toenadering zoeken tot Hitler. Daaruit ontstond de as Rome-Berlijn, die Italië in de catastrofe van de Tweede Wereldoorlog stortte. Na de geallieerde invasie in Zuid-Italië besloot de Grote Fascistische Raad Mussolini af te zetten (25.7.1943). Mussolini werd gevangengenomen maar door Duitse parachutisten bevrijd en naar Noord-Italië overgebracht.

Hier richtte hij volledig afhankelijk van Hitler de Republiek van Salo op. Toen Mussolini met zijn maîtresse Clara Petacci in april 1945 poogde uit te wijken naar Zwitserland, werd hij door partizanen gegrepen en doodgeschoten, waarna zijn lichaam naar Milaan werd vervoerd en op de Piazzale Loreto opgehangen. Werk: La dottrina del fascismo (1932). Uitgave: Opera omnia, door E.Susmel en D.Susmel (32 dln. 1951— 59).

LITT. E.Ludwig, Gespräche mit Mussolini (1932); de Begnac, Vita di Mussolini (3 dln. 1936—40); P. Monelli, Mussolini piccolo borghese (1952; Ned. vert. 1954); L.Fermi, Mussolini (1961); M.Mourin, Ciano contre Mussolini (1962; Ned. vert. 1963); M. Gallo, L’Italie de Mussolini (1964); I.Kirkpatrick, Mussolini (1964); C.Hibbert, Mussolini: the rise and fall of II Duce (1965); R.Collier, Duce (1971); J.Archer, Twentieth Century Caesar: Benito Mussolini (2e dr. 1972); J.P.Diggins, Mussolini and fascism: the view from America (1972).