Amerikaans schrijver, *31 januari 1915 te Prades (Frankrijk),♱10 december 1968 te Bangkok. Merton studeerde te Cambridge en aan de Columbia University.
Onder invloed van o.a. de Franse wijsgeer J.Maritain ging hij tot het rooms-katholicisme over; hij werd priester en was vanaf 1941 monnik in een trappistenklooster. Hij werd vooral bekend door zijn autobiografie The seven storey mountain (1948; Ned. vert. Louteringsberg, 1949). Merton schreef verder religieuze poëzie en proza waarin zijn gewetenscrisis het hoofdthema vormt. Werken: poëzie: Thirty poems (1941), Man in the divided sea (1946), Selected poems (1950); proza: Figures for an apocalypse (1947), Exile ends in glory (1948), Seeds of contemplation (1949), Waters of Siloe (1949), The sign of Jonas (1953), No man is an island (1955), Monastic peace (1958), Thoughts in solitude (1958), Secular journals (1959), New seeds of contemplation (1961), The new man (1962).LITT. F.Dell’Isola, T.Merton (1956); J.T.Baker, T.Merton (1971).