Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mérimée, Prosper

betekenis & definitie

Frans schrijver, *28.9.1803 Parijs, ♰23.9.1870 Cannes. Mérimée studeerde rechten.

Hij frequenteerde de salons van zijn tijd en sympathiseerde met de romantiek. In 1831 werd hij inspecteur-generaal van de Franse historische monumenten. Tijdens het tweede keizerrijk was hij senator. Mérimée debuteerde met twee mystificaties : Le théâtre de Clara Gazul (1825 ; zes korte stukken) en La Guzla (1827; zgn. Illyrische volksliederen en gedichten). Belangrijk was de anonieme verschijning van Chronique du règne de Charles IX (1829), een van de eerste Franse historische romans.

Mérimée blonk vooral uit in zijn korte verhalen en novellen, waarvan vele verschenen in de Revue de Paris en de Revue des Deux-Mondes. Zij kenmerken zich door een sobere, objectieve schrijftrant, pittoreske decors (veelal Spanje en Engeland) en de strakgehouden schildering van pathetische hartstochten. Mérimée schreef verder geschiedkundige, kunsthistorische en litteraire studies en vertaalde het werk van Russische schrijvers. Zijn novelle Carmen (1845) inspireerde G.Bizet tot het componeren van een gelijknamige opera. Mérimées brieven geven een interessant beeld van zijn tijd. Werken: La Jacquerie (1828), La familie de Carvajal (1828), Matteo Falcone (1829), Le vase étrusque (1830), La double méprise (1833), Mosaïque (1833), Notes de voyage (1835—50), Colomba (1841), Carmen (1845), Nouvelles (1852), Lokis (1869), Dernières nouvelles (1873; postuum). Uitgaven: Oeuvres compl., door P.Trahard en E.Champion (10 dln. 1925―33); Corr. générale, door M.Parturier (17dln. 1941—64).

LITT. P.Trahard, Mérimée (3 dln. 1924—30); A. Billy, Mérimée (1959); P.Léon, Mérimée et son temps (1962); R.Dale, The poetics of P.Mérimée (1967); A.W.Raitt, P.Mérimée (1970).

< >