o. (-s), het ritueel doden van mensen als offer ter ere of ten bate van een godheid of andere bovennatuurlijke macht waarvan men bescherming en goede gezindheid verhoopt.
Het mensenoffer is de uitdrukking van de meest uiteenlopende religieuze voorstellingen. Men kan een indeling maken naar de betekenis.
1. Tot de verzoenende mensenoffers rekent men o.m. het doden van krijgsgevangenen na de overwinning: zij worden aan de god gegeven ter verzoening van zijn toorn over hun tegenstand. Ook de doodstraf van een misdadiger is oorspronkelijk zo te beschouwen: het is de verzoening van de god, die de stam beschermt tegen overtreders. Bij verschillende volken draagt de doodstraf derhalve altijd het karakter van een offer aan de god en wordt met religieuze ceremoniën voltrokken.
2. Het preventieve mensenoffer kan verschillende vormen hebben en dient om gunsten te verkrijgen of onheil, rampen e.d. af te wenden. Zo is er bij zeevolken het offeren van mensen vóór het uitvaren, om zich een gelukkige thuiskomst te verzekeren (b.v. de Noormannen). Van dezelfde aard is het levend begraven van mensen op gevaarlijke plaatsen (steile rotsen) of het verdrinken in gevreesde zeeëngten. Het offeren van mensen bij gevaarlijke ondernemingen, oorlog e.d. kwam in de prehistorische tijd voor, b.v. bij de Grieken.
3. Daarnaast kent men ook het mensenoffer als uiting van het besef dat er geen leven mogelijk is zonder dat een sterven is voorafgegaan. Periodiek wordt dit offer gebracht. Het slachtoffer is door zijn functie al een goddelijke figuur of wordt door een ritueel daartoe gemaakt. Een voorbeeld is de sacrale koningsmoord bij bepaalde Afrikaanse volken. Een min of meer verwant verschijnsel is het bouwoffer. In de praktijk voorkomende mensenoffers kunnen meer dan één betekenis hebben. Men is geneigd aan te nemen dat het mensenoffer betrekkelijk weinig is voorgekomen.
Meestal werd het verzacht:
1. door loskopen van het offer;
2. door in plaats van een mens een dier te offeren;
3. door in plaats van het doden de verminking in te stellen: het toebrengen van bloedende wonden of geseling;
4. door imitatie, waarbij het offer alleen symbolisch werd gedood;
5. het offeren van een model, een mensenbeeld van hout, klei of stro.
De meest voorkomende vormen van het mensenoffer zijn: het levend begraven, het ophangen aan heilige bomen, het doorsnijden van de keel, het doodslaan met een knots en (zeer veelvuldig) het doodmartelen. . [prof.dr.D.J.Hoens]
LITT. G.Frazer, The golden bough (13 dln. 1890, 4e dr. 1954); W.Krickeberg, Altmexikanische Kuituren (1956); G.Hogg, Cannibalism and human sacrifice (1961).