[Bretons], m. (-s), hoge, langwerpige steen door mensen uit de prehistorische tijd in Keltische streken opgericht.
De bestemming van de menhirs is onbekend. De meeste zijn gevonden in Bretagne (Carnac); ook in het westen van de BRD worden menhirs aangetroffen, o.a. in Hinkelstein (bij Worms). Zij zijn waarschijnlijk opgericht in het Neolithicum.
LITT. H.Kirchner, Die Menhire in Mitteleuropa und der Menhirgedanke (1955); P.R.Giot, Menhirs et dolmens (1957).