Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mendel, Gregor Johann

betekenis & definitie

Oostenrijks bioloog, *22. 7.1822 Heinzendorf, t6.1.1884 Brünn. Mendel is de grondlegger van de experimentele erfelijkheidsleer.

Hij trad in het augustijner Königskloster te Brünn, waar hij in 1847 tot priester gewijd werd. Mendel studeerde van 1851—53 natuurwetenschappen te Wenen, en was daarna te Brünn als biologie-leraar werkzaam, totdat hij in 1868 tot overste gekozen werd. Zijn kruisingsproeven die zijn naam wereldberoemd hebben gemaakt, werden uitgevoerd in de kloostertuin en de voornaamste resultaten werden gepubliceerd in de Verhändlungen des Naturforschungsvereins (1865) in Brünn (Mendel, wetten van); zij bleven echter jaren onopgemerkt. Pas in 1900 werden zijn waarnemingen ongeveer gelijktijdig door K.Correns, E.Tschermak en Hugo de Vries aan de vergetelheid ontrukt en daarmee begon de ontwikkeling van de genetica. Het is gebruikelijk om in die gevallen, waar dieren of planten bij kruising zich gedragen volgens de wetten van Mendel, te zeggen, dat zij mendelen. Werken: Versuche über Pflanzenhybriden (1865), Über einige aus künstlicher Befruchtung gewonnene Hieracium Bastarde (1869).

LITT. H.Iltis, G.J.Mendel (1924); J.G.Meyknecht, G.Mendel (1950).

< >