m. (-s), klepafsluiter waarvan het huis uit twee hoofdelementen bestaat, gescheiden door een flexibel membraan dat bij de sluitmanoeuvre door de klep op de zitting wordt gedrukt.
Het membraan van de membraanafsluiter is van kunstrubber en versterkt door weefselinlagen. De kwaliteit van het materiaal van het membraan en van het doorstroomgedeelte van het huis van de klepafsluiter worden aangepast aan de doorstromende media (gas of vloeistof). Zonodig is dit deel van het metalen huis inwendig bekleed met kunststof. De rest van het huis (klep, spindel en kap) komt niet in aanraking met de veelal sterk reactieve media en kunnen in goedkoper materiaal uitgevoerd zijn. Het medium mag kleine vaste deeltjes bevatten omdat die bij het sluiten in het rubber tussen klep en zitting worden gedrukt.