Oostenrijks schrijver, *10.11.1882 Marburg aan de Donau (nu Maribor), ♱l2.12.1971 Wenen. De verbondenheid met zijn geboorteland, de natuur en de Oostenrijkse traditie blijkt vooral uit de lyriek van Mell.
Hij had een voorkeur voor religieuze en historische onderwerpen en schreef naast lyriek o.a. novellen en essays. Het sterkst is hij evenwel in zijn gedramatiseerde legenden, die sterk geënt zijn op het katholieke lekespel. Werken: novellen: Lateinische Erzählungen (1904), Die drei Grazien des Traumes (1906), Jägerhaussage (1910), Barbara Naderers Viehstand (1914), Die Osterfeier (1921); poëzie: Gedichte (1919, 1929 en 1953); proza: Steirischer Lobgesang (1949); essay: A.Stifter (1940); toneel: Das Apostelspiel(1923), Das Nachfolge-Spiel (1927), Die Sieben gegen Theben (1932), Der Nibelunge Not I und II(1944—51), Jeanne d’Arc (1957). Uitgave: M.Mell, Prosa, Dramen, Verse (4 dln. 1962).
LITT. I.Emich, M.Mell. Der Dichter und sein Werk (1957); G.Stix, Mythos, Tragik, Christentum. Zu den dramatischen Dichtungen M.Melis (1959); R.Stahel, M.Melles Tragödien (1967).
