Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

melanoom

betekenis & definitie

o., (ook: melanosarcoom, melanocarcinoom), een (meestal kwaadaardig) gezwel, opgebouwd uit cellen die het pigment melanine bevatten.

Het melanoom kan uitgaan van de pigmentlaag van het netvlies of van het regenboogvlies, ook wel van de huid, mond, neus, slokdarm, rectum. Een goedaardige vorm van melanoom is de moedervlek. Gaat echter een moedervlek blauwzwart verkleuren of spontaan bloeden, dan bestaat gevaar voor kwaadaardige ontaarding. Melanomen kunnen zeer kwaadaardige tumoren zijn met een sterke neiging tot uitzaaiing door het gehele lichaam. Soms is de groei van de melanomencellen zo afwijkend dat geen pigment meer wordt gevormd. Vroegtijdige chirurgische behandeling met verwijdering van de regionale lymfknopen kan tot genezing leiden.

Melanomen aan de extremiteiten geven een minder ongunstig ziektebeeld dan die aan hoofd en romp. Ook verschillende cytostatica kunnen de tumor voor kortere of langere tijd gunstig beïnvloeden.

Bij paarden komt deze ziekte veelvuldig voor. De zwartgekleurde gezwellen vindt men in de regel in de huid, vooral in de omgeving van de staart en de aarsopening.

OOGHEELKUNDE

Met melanoom wordt bedoeld het melanoom van het vaatvlies. Het is een kwaadaardige tumor, bestaande uit pigmentvormende cellen. Verwijdering van de oogbol is niet te ontgaan. Uitzaaiing manifesteert zich meestal het eerst in de lever. De tumoren kunnen ook voorkomen in het regenboogvlies en het straalvormig lichaam. Deze tumoren kan men wel eens lokaal chirurgisch verwijderen.

< >