(Arab.: Makkat al Moekarrama, het gezegende Mekka), Saoedi-Arabische stad, 200000 inw. Naar Mekka, geboortestad van Mohammed en de heiligste stad van de islam, trekken jaarlijks honderdduizenden pelgrims (hadj).
Middelpunt van de religieuze concentratie is de Kaba. De stad is principieel gesloten voor niet-moslims. De bevolking heeft bijna uitsluitend de pelgrimage als inkomstenbron. De ravitaillering van Mekka en de pelgrims geschiedt m.n. vanuit Egypte.
GESCHIEDENIS
Mekka dankt haar ontstaan in pre-islamitische tijd aan de bloeiende karavaanhandel tussen India, Zuid-Arabië en Syrië (de hellenistische geograaf Ptolemaios vermeldt Mekka als Macoraba).
Het was m.n. een stad van transitohandel en bankverkeer. Door het optreden van Mohammed werd Mekka in 622 een van de politieke centra van de Arabieren. Toen die functie na het midden van de 7e eeuw verviel, bleef Mekka het godsdienstig centrum van de islamieten. Bij het uiteenvallen van het grote islamitische rijk werd het bezit van Mekka een twistappel tussen verschillende dynastieën. In 1200 maakte Katada, een afstammeling van de profeet, zich meester van de heerschappij over Mekka. Hij werd de stamvader van de dynastie der grootsjeriffen van Mekka (1200— 1916/24), die, hoewel onder Egyptische (tot 1517) en Turkse (1517—1917) opperheerschappij staande, gewoonlijk een zo goed als onafhankelijke positie hadden, daarbij economisch steunende op de inkomsten van de jaarlijkse bedevaarten en de subsidies der Turkse sultans.
In 1916 verklaarde de grootsjerif Hoessein ibn Ali zich onafhankelijk en noemde zich koning van Hidsjaz. In 1924 werd Mekka door Ibn Saoed I ingenomen en ingelijfd bij het koninkrijk Saoedi-Arabië. .