Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

meiraap

betekenis & definitie

v./m. (-rapen), Brassica campestris var. rapa, een knolgewas.

Meiraap wordt in Nederland en België weinig, in het buitenland (o.a. de BRD) echter veel geteeld. De meirapen worden daar als vers produkt geconsumeerd. Zij komen in ronde, platronde en langwerpige vormen voor. De witte ronde is de bekendste. Als voorteelt wordt gezaaid in mrt. en geoogst eind mei, begin juni. Bij de teelt in bakken wordt al in april geoogst.

Als nateelt wordt gezaaid in juni—juli, geoogst in aug.—okt. Gebruikelijker is in Nederland en België de teelt van meiraap voor het bovengrondse gedeelte. Het wordt dicht gezaaid in het vroege voorjaar onder glas en later in de volle grond en in een jong stadium geoogst als raapstelen.

< >