Daniël, Ned. rechtsgeleerde, *15.9. 1780 Arnhem, †6.12.1834 Amsterdam. Meijer promoveerde op 16-jarige leeftijd te Leiden, waarna hij zich te Amsterdam als advocaat vestigde.
Tijdens de inlijving bij Frankrijk vervulde hij de functie van rechter van instructie te Amsterdam en sinds 1811 was hij lid van de Departementale Algemene Raad. Na het herstel van de onafhankelijkheid werd Meijer in 1813 benoemd tot lid van de commissie belast met het maken van een grondwet. Naast de rechtsgeschiedenis ging zijn bijzondere belangstelling uit naar het overgangsrecht. Werken: Principes sur les questions transitoires (1812; bewerkt 1859), Esprit, origine et progrès des institutions judiciaires des principaux pays de l'Europe (6 dln. 1818-23).
LITT. N.de Beneditty, Leven en werken van mr.J.D.Meijer (1925).