Ned. econoom, *6.9.1813 Rotterdam, ♱24.12.1884 Amsterdam. Mees was na zijn rechtenstudie te Utrecht advocaat en secretaris van de Kamer van Koophandel te Rotterdam.
In 1849 werd hij secretaris en in 1863 president van De Nederlandsche Bank NV. In deze functie heeft hij grote invloed gehad op de totstandkoming van de Bankwet van 22.12.1863, waarin de vraag inzake het al of niet verlenen van een monopolie van het recht tot bankbiljettenuitgifte ten gunste van het monopolie werd beslist. Mees heeft de uitbreiding van de werkzaamheden van De Ned. Bank buiten Amsterdam sterk gestimuleerd. Werken: Proeve eener geschiedenis van het bankwezen in Nederland gedurende den tijd der Republiek (1838), Het muntwezen in Ned.-Indië (1851), Overzicht van eenige hoofdstukken der Staathuishoudkunde (1866).
LITT. N.G.Pierson, Levensbeschrijving W.C.Mees (in: Verspreide Geschriften II, 1910); H.J.M.van de Laar, Opperbankier en wetenschapsman W.C. Mees (1978).