o. (-en),
1. afgrijselijk, schrikaanjagend hoofd van of als van Medousa;
2. (geneeskunde) caput Medusae, kransvormige uitzetting van oppervlakkige aderen in de voorste buikwand, die door afsluiting van dieper gelegen aderen kan ontstaan;
3. in zee levend dier behorend tot de klasse slangsterren.
De armen van de medusahoofden zijn sterk vertakt. De veelal sterk door elkaar gekronkelde vertakkingen verlenen de dieren het merkwaardig uiterlijk waaraan zij hun naam danken. Nabij de Ned.–Belg. kust komen zij niet voor, maar wel in de noordelijke Noordzee, in diep water vastgehecht op kolonies van schorskoralen.