[Fr.], v., in de techniek de vervanging van menselijke (of dierlijke) arbeidkracht door machines of technische hulpmiddelen.
Er is in principe sprake van mechanisatie overal waar men voor het op gang houden van werktuigen anderen dan menselijke of dierlijke kracht als energiebron toepast, b.v. de watermolen. In het algemeen beschouwt men de toepassing van stoom als energiebron als de beslissende stap in het mechanisatieproces dat de voorwaarden schiep voor de industriële revolutie. De mechanisering, gericht op vervanging van handenarbeid, is gevolgd door de automatisering waarbij ook de denkarbeid (gedeeltelijk) wordt vervangen.