groep Indiaanse volken in Midden-Amerika. De eigenlijke Maya’s bewonen het schiereiland Yucatón, de aan hen verwante volken, zoals Quiché, Pokoman en Pokonchi, Guatemala, en de Tzeltal en Tzotzil de Mexicaanse staat Chiapas.
Ook Belize en Honduras worden voor een deel door Maya’s bewoond. De gehele groep omvat ca. 3 mln. mensen, van wie het merendeel leeft onder armelijke omstandigheden. Het land van oorsprong der Maya’s is Guatemala. Vanaf de 4e eeuw n.C. bestonden daar verscheidene Mayastaten, geordend op theocratische grondslag. Tot in de 11e eeuw bloeide daar de beschaving van het Oude Rijk. De stad Copan was in die tijd een belangrijk centrum.
Door invallen van in Mexico op drift geraakte volken, waaronder Nahua, kwam een eind aan de heerschappij der Maya’s in Guatemala. Grote groepen weken uit naar Yucatan, waar zij nieuwe centra stichtten, zoals Uxmal en Chichén-Itzá. Tot de 14e eeuw ontwikkelden zich hier in het Nieuwe Rijk nieuwe theocratische staten, waarin de oude cultuur tot nieuwe bloei kwam. Maar ook hier brachten invallende Nahuagroepen, waaronder vele Tolteken, ontreddering. De laatste verkregen de macht in de stad Mayapan en bevochten vandaaruit de onderling wedijverende Mayastaatjes. Revoltes binnen de staatjes door de strijd tussen naijverige families van edelen verhoogden nog de wanorde.
In de loop van de 15e eeuw kwamen de Huasteken, de Tzeltal en de Tzotzil en de Mayabewoners van Tabasco onder het bewind der Azteken. Aldus reeds onderworpen of bedreigd, werden de Mayas in de 16e eeuw verrast door de komst van de Spanjaarden, die hen na zeer langdurige oorlogen tenslotte in de 17e eeuw volledig wisten te onderwerpen.De opeenvolgende overheersers brachten vele nieuwe elementen in het leven van de Maya’s. Hun godsdienst, geheel gericht op natuurgoden, zoals een wind-, zonne-, maïsen bijengod, onderging eerst Nahuaanse invloeden, waardoor Kukulkan (Quetzalcoatl) lange tijd de meest vooraanstaande plaats bezette. Later kwamen er rooms-katholieke elementen bij; verscheidene heiligen namen de functies van vroegere goden over, waarbij veelal niet meer veranderde dan de naam. Na de komst van de Spanjaarden nam de magie in kracht toe. Ook thans nog werken er onder de Maya’s traditionele priesters. De oorspronkelijke sociale structuur van de Maya’s is in grote trekken in stand gebleven in de dorpen en soms zelfs in inheemse wijken van de steden.
Van de materiële uitingen van de oude cultuur resten vele ruïnesteden en tal van kunstvoorwerpen. De priesterstand der vroegere Maya’s bereikte een hoge ontwikkeling. Er werd een kalender opgesteld die nauwkeuriger is dan de Gregoriaanse tijdrekening, en een getallenstelsel waarin de nul reeds voorkwam, in een tijd waarin de oude wereld dit begrip nog niet kende.
De Maya’s hadden een zeer ingewikkeld hiërogliefenschrift, dat nog slechts ten dele is ontcijferd. Tempels werden veelal op kunstmatige heuvels gebouwd, die de vorm van afgeknotte trappiramiden hadden. Men maakte bij de bouw van tempels en paleizen veelvuldig gebruik van de korbeelboog, die ook wel valse of Mayaboog wordt genoemd. Men gebruikte daartoe rechthoekige blokken steen van gelijke vorm en grootte en liet die steeds overkragen tot er een platte sluitsteen op geplaatst kon worden. De vorm van deze boog was uiteraard nooit rond. De op deze wijze overwelfde ruimten waren vrij smal.
De wanden werden vaak versierd. Vóór de tempels stonden veelal rechthoekige, tot 4 m hoge stenen zuilen (stéles) waarop figuren en schrifttekens in reliëf waren aangebracht, waarbij moet worden opgemerkt dat de Maya’s geen metalen werktuigen kenden.
De kunst van het pottenbakken en boetseren, het maken van snijwerk in jade en been, het weven en het verwerken van veren tot prachtige mantels en hoofdtooien stond op een zeer hoog peil. Toen de Tolteken aan het einde van de 10e eeuw het Mayagebied veroverden, ontstond een Maya-Tolteekse cultuur. Grote zuilen in de vorm van gevederde slangen en steunpilaren in de vorm van mannengestalten behoorden met de korbeelboog tot de kenmerken van de Maya-Tolteekse architectuur. In de beeldhouwkunst kwamen Tolteekse elementen voor, zoals jaguars, krijgers en doodshoofden. ]
LITT. R.Redfield, The folk-culture of Yucatan (1941); F. Anders, Das Pantheon der Maya (1963); W.Wadepuhl, Die alten Maya und ihre Kultur (1964); H.Stierlin, Maya architecture (1964); J.E.
S.Thompson, The rise and fall of Maya civilization (1965); J.Babelon, Maya dhier et daujourdhui (1967); M.D.Coe, Die Maya (1968); B.Riese, Gesch. der Maya (1972).