(thans Telle Hariri), Oudoosterse stad aan de Eufraat (enkele kilometers van de huidige IraaksSyrische grens), beroemd door het aldaar opgegraven Oudbabylonische briefarchief, met belangrijke gegevens omtrent de kleinere Mesopotamische en Syrische rijken, o.a. Mari, Esjnoenna en Jamchad (hoofdstad Aleppo), ten tijde van Hammoerabi van Babylon (1792—1750 v.C.) en Sjamsjiadad van Assyrie en diens zonen; opvallend zijn enkele brieven over profetische verschijnselen die qua vorm grote overeenkomst vertonen met die van het OT.
Mari kende een plaatselijke dynastie, die bestond uit de vorsten Jaggidlim, Jachdoenlim en Zimrilim, onderbroken door een Assyrisch interregnum vóór Zimrilim. Hammoerabi maakte tenslotte ca. 1759 v.C. een eind aan het rijk van Mari en verwoestte de stad. Opgravingen sinds 1933 hebben, behalve het briefarchief en andere (economische, juridische in het Akkadisch, Hoerritisch en Soemerisch gestelde) documenten, bouwwerken aan het licht gebracht, waaronder het enorm uitgestrekte paleis van Zimrilim met o.a. wandschilderingen, een presargonisch paleis, tempels van verschillende goden, beelden enz.
LITT. A.Parrot, Mari (1945); A.Parrot, Mari, documentation photogr. (1953); A.Parrot, Mission archéol. deMari(4dln. 1956—68); A.Finet,Laccadien des lettres de Mari (1956); J.R.Kupper, La civilisation de Mari (1967); F.EIlemeier, Prophétie in Mari und Israël (1968); J.M.Sasson, The military establishment at Mari (1969); H.Klengel, Zwischen Zelt und Palast (1972); A.Malamat, Mari and the bible (1973).
