Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

luchtkussenvaartuig

betekenis & definitie

o. (-en), (ook: luchtboot), voertuig, vnl. bestemd voor het verkeer over water, dat zich voortbeweegt over een luchtkussen.

Het luchtkussen onder een luchtkussenvaartuig ontstaat door lucht aan te zuigen boven de romp en deze via kokers eronder te blazen. De lucht kan daar niet snel wegvloeien b.v. door een omranding van flexibel materiaal. Door het luchtkussen kan het vaartuig zich ook over ongelijk terrein voortbewegen, mits de oneffenheden niet te groot zijn. Het belangrijkste voordeel van een luchtkussenvaartuig is, dat de rol- resp. de (water)golfweerstand vermeden wordt, waardoor b.v. ten opzichte van een schip grote snelheden kunnen worden bereikt (ver boven 100 km/h).

De meest toegepaste methode om een luchtkussen tot stand te brengen is de straalafdichtingsmethode, ontwikkeld door de Engelsman Cockerell. De langs de omtrek neergeblazen lucht veroorzaakt en handhaaft een overdruk onder het luchtkussenvaartuig. De afstand boven het dragend oppervlak blijft hierbij klein, omdat alleen dan het grondeffect werkzaam is. De maximumafstand hangt o.a. af van de afmetingen van het luchtkussenvaartuig. Voor de voortstuwing zijn een of meer aparte door motoren gedreven luchtschroeven aanwezig. Besturing en stabiliteit vormen een belangrijk probleem.

De ontwikkeling van het luchtkussenvaartuig is sedert ca. 1955 op gang gekomen, het eerst in Engeland (Hovercraft). Toepassing voor civiel gebruik dateert van 1965 (diensten tussen de Engelse kust en dichtbijgelegen eilanden). In 1968 vond voor het eerst passagiers- en autovervoer plaats tussen Engeland en Frankrijk. Het grootste luchtkussenvaartuig was toen de Engelse Westland SrN4: gewicht 165 t, accomodatie voor 605 passagiers plus 30 autos, maximumsnelheid 130 km/h boven kalm water. Het comfort aan boord laat echter nog te wensen over door trillingen en stoten, vooral bij woelige zee.

In 1977 zijn in Canada proeven genomen met een luchtkussenvaartuig als ijsbreker. Deze verbrijzelde met een snelheid van 8 km/h zoetwaterijs tot een dikte van 70 cm. Bij een snelheid van 54 km/h verplaatste zich onder het ijs een boeggolf van lucht waarop het ijs brak.

Het luchtkussenvaartuig heeft kenmerken van zowel automobielen, als schepen, als vliegtuigen. Bestaande wetsregels zijn er daarom niet automatisch op van toepassing. Eerst door de Internationale Organisatie voor de Burgerluchtvaart en later ook door de Ned. wetgever is bepaald dat het luchtkussenvaartuig niet valt onder het begrip luchtvaartuig. Op zee wordt een luchtkussenvaartuig beschouwd als een vaartuig zodat de bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee erop van toepassing zijn.