Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

LPG

betekenis & definitie

[liquefied petroleum gas], vloeibaar gemaakt petroleumgas, dat meestal bestaat uit een mengsel van propaan en butaan. LPG wordt verkregen bij de produktie van aardgas en de raffinage van ruwe olie.

Bij matige koeling en druk wordt het gasvormige mengsel vloeibaar gemaakt, zodat LPG makkelijk kan worden vervoerd en opgeslagen. De samenstelling van het mengsel kan aanzienlijk uiteenlopen. In de VS bestaat LPG vrijwel geheel uit propaan, in Italië uit butaan. In Nederland bevat het 40-60% propaan; in België ligt de verhouding niet vast.LPG wordt gebruikt:

1. als motorbrandstof;
2. als grondstof voor de petrochemie;
3. voor verwarming en verlichting;
4. in de landbouw (drogen van granen, ontsmetten van potgrond en verhogen van het koolzuurgehalte in plantenkassen);
5. in de industrie, daar waar een schone reukloze vlam vereist is (levensmiddelenbedrijven), dan wel een bijzondere of schone atmosfeer noodzakelijk is;
6. bij het autogeen lassen (niet van staal) en snijden van metalen, het afbranden van de oppervlaktelaag van metalen en van verflagen.

LPG als motorbrandstof heeft als voordeel dat het goedkoper is, een hoger octaangehalte heeft en milieuvriendelijker is dan benzine. Nadelen zijn het hogere tarief van de motorrijtuigenbelasting, de kosten van de inbouw van de gastank, de vermindering van het vermogen van de motor en, bij opslag, het gevaar voor explosies. In 1975 bedroeg de export van LPG uit de OPEC-landen 7,9 mln. t.