Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

litteken

betekenis & definitie

o. (-s, -en),

1. cicatrix, een na de genezing van beschadigd weefsel overblijvend teken;
2. (plantkunde) na het afvallen nog zichtbare aanhechtingsplaats van de bladeren.

Bij weefselverlies (wond e.d.) wordt het defect opgevuld door een eerst vaatrijk en week bindweefsel (granulatieweefsel), dat van de wondranden uit of van de wondvlakte opgroeit; aldus wordt de wond afgesloten. Dit granulatieweefsel verliest langzamerhand zijn bloedvaten en wordt daardoor tot een stevig, fibreus weefsel, het littekenweefsel. Door de samentrekking (retractie) die het littekenweefsel ondergaat, krijgt een litteken zijn ingetrokken uiterlijk, en kan littekenvorming in de darm en andere holle organen (slokdarm, luchtwegen, eileider) leiden tot vernauwing. Dit verschijnsel is ook van belang bij b.v. brandwonden. Een wond aan de buigzijde van de arm laat men in strekkende, een aan de strekzijde juist in buigstand tot genezing komen. In littekenweefsel treedt soms een eigenaardige gezwelvorming op, het keloïd. Ook bij beenbreuken treedt een litteken op, dat later verbeent.

< >