[Gr. limne, meer], bn., (ook: lacustrien), betrekking hebbend op een meer of poel. Limnische afzettingen zijn bezinkingssedimenten die in zoetwatermeren of zoutmeren ontstaan.
De meest fijne zanden en kleien worden door rivieren aangevoerd; het afzettingsmilieu (zoet, brak of zout) is af te leiden uit de dierlijke en plantaardige fossielen.In bijzondere gevallen kan een seizoengelaagdheid optreden, waarbij laminae van kalk afwisselen met in vaste koolwaterstoffen (kerogeen) overgegane organische resten, de oil shales. In afvoerloze meren kan door verdamping de zoutconcentratie hoog oplopen waardoor zich evaporieten kunnen vormen.