o., zaad dat uit de zaadbollen van vlas (Linum usitatissimum) gewonnen wordt.
Lijnzaad wordt uit de zaadbollen van de vlasplant verkregen na het repelen en dorsen. Elke zaadbol kan tot tien gele, maar doorgaans lichtdonkerbruine, vrij platte, ovale, gladde zaden bevatten met een 1000-korrelgewicht uiteenlopend van 5-6 g voor vezelvlas, tot 12 g voor olievlas. Een deel van het lijnzaad wordt als zaaizaad gebruikt na zorgvuldige controle op zuiverheid en kwaliteit. Het meeste gaat echter als slagzaad naar de lijnoliefabrieken voor de verwerking tot lijnolie en zeep. Het zaad bevat 3040 % lijnolie, die door persen en wringen kan worden gewonnen. Het restant van het uitgeperste, doorgaans eiwitrij ke produkt wordt als lij nkoek verhandeld voor veevoeding. Lijnzaadmeel is gemalen lijnzaad, waaruit de olie niet geperst is, waardoor het als veevoeding bij overdosering schadelijk kan zijn.
De produktie bedroeg in 1973 in Nederland 3000 t, in België 5100 t en de totale wereldproduktie bedroeg 2,5 mln. t.
