m. (-s), startmethode waarbij een zweefvliegtuig met behulp van een lier van de grond naar een bepaalde hoogte wordt opgetrokken.
De lierstart is een veilige startmethode, waarmee bij windstil weer een hoogte van ca. 500 m bereikt kan worden. Hiertoe is een kabelen startbaanlengte van minimaal 1200 m nodig. Het starten geschiedt door de kabel, die aan een haak zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van het zweefvliegtuig is bevestigd, snel op de trommel van de lier op te winden. Als het vliegtuig ten opzichte van de lier een hoek van 80 ° boven de horizon heeft bereikt, laat men de lier vertragen waarop de vlieger de kabel losgooit. Deze valt dan, afgeremd door een kleine parachute, terug naar de grond.