v. (-turen), de temperatuur binnen het lichaam van een organisme.
In alle levende organismen vinden oxidatieprocessen plaats, waarbij warmte vrijkomt. Hierdoor wordt het begrijpelijk dat zij een hogere temperatuur hebben dan de omgevende lucht of het omgevende water en dus warmte afgeven. De lichaamstemperatuur kan bij sommige dieren tamelijk hoog zijn. Zo hebben sommige vogels en zoogdieren temperaturen van meer dan 40 °C. Bij sociale insekten als de honingbij bereikt de temperatuur in het nest of in de tros vrij hoge waarden. Homoiotherme dieren kunnen de lichaamstemperatuur, ondanks schommelingen van de temperatuur van de omgeving, binnen zekere grenzen op een bepaald niveau handhaven. poikilotherm, warmteregulatie.