(lepte, heeft gelept), (ook: lappen, roderen), polijstmethode voor het zeer nauwkeurig op maat en zeer glad afwerken van metalen oppervlakken.
Leppen is een zeer kostbare, abrasieve metaalbewerking waarbij de materiaalafname zelden meer dan 0,015 mm bedraagt. Het geschiedt met geringere snelheid en druk dan slijpen; groef diepte bewerkt oppervlak: 0,0008 0,0025 mm. Op het werkstuk wordt een zeer fijn slijpmiddel (dodekop, chroomoxide of zeer fijn, geslibd, korund) vermengd met petroleum met enkele procent vette olie (raapolie). Door het volgens een steeds veranderlijke baan bewegen van een lepsteen over het werkstuk worden de oppervlakteruwheden weggeslepen. Voor het leppen van assen gebruikt met een zachtgietijzeren lepring, voor gaten een zachtgietijzeren lepdoorn. Kleine produkten en schuinlopende gaten worden uit de hand gelept.
LITT. H.M.van der Maas, Metalen en metaalbewerking iv (2e dr. 1961).
