Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lepelboor

betekenis & definitie

v./m. (-boren),

1. (ook: puntboor) ronde staaf die aan het eind is uitgesmeerd met twee radiale wigvormige snijkanten aan de punt;
2. (ook: spiraalboor) aardboor voor taaie klei en leemgrond.
2. De lepel- of puntboor is vervangen door de spiraalboor die door de goede geleiding in het gat geen neiging tot verlopen vertoont. Alleen voor het boren van zeer kleine gaatjes (0,05—0,2 mm middellijn) wordt zij nog wel gebruikt.

< >