m., het groeiproces van jonge planten of van pas aangelegde plantedelen, waardoor deze in vrij korte tijd tot hun definitieve lengte uitgroeien.
Terwijl de lengtegroei bij dieren geschiedt door celvermeerdering komt deze bij planten in hoofdzaak tot stand door strekking van reeds aanwezige cellen (celstrekking), die daarbij 10-100maalhun oorspronkelijke lengte kunnen bereiken. De zone die het snelst groeit, ligt bij wortels meestal op enkele millimeters, bij stengels op enkele centimeters van de top. Bij gelede stengels wordt vaak een groeizone in ieder lid aangetroffen. Al deze processen worden hormonaal gereguleerd door de fytohormonen van het auxine- en gibberellinetype. Zie groei.
