[C.W.Lely], Ned. stad in de Zuidelijke IJsselmeerpolders, in het westen van Oostelijk Flevoland, ca. 30000 inw.; 22 % n.h., 19 % r.k., 15 % geref., 2 % overige en 42 % g. kerkg. Lelystad was in eerste instantie gepland als verzorgingscentrum voor de IJsselmeerpolders.
In het begin van de jaren zestig werd daaraan de functie toegevoegd van opvanggebied voor bevolking uit de Randstad. Het is de bedoeling dat Lelystad per 1.1.1980 een zelfstandige gemeente wordt en in het jaar 2000 100000 inw. zal tellen. Lelystad-Haven is de eerste nederzetting van Lelystad, oorspronkelijk gelegen op een eiland in het IJsselmeer. Hier bevinden zich een gemaal en het Expositiegebouw van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Met de woningbouw in Lelystad is begonnen in 1966. Tegelijk met de bouw van woningen is de aanleg van winkels, recreatieve, sociaal-culturele, medische en onderwijsvoorzieningen ter hand genomen.
Rondom de stad worden boscomplexen aangelegd die dienen als recreatiegebied en als beschutting. Door het vestigen van rijksinstellingen en het aantrekken van bedrijven, moet ter plaatse werkgelegenheid geboden worden.
In Lelystad zijn de kantoren gevestigd van het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, de Rijksdienst voor IJsselmeerpolders, de Directie Zuiderzeewerken en het Rijksinstituut voor de Zuivering van Afvalwater. Het winkelcentrum omvat vele winkelbedrijven, banken, kantoren e.d. Er zijn enkele industrieterreinen, waar o.a. bouwbedrijven en lichte industrie gevestigd zijn.
