Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

leertheorie

betekenis & definitie

v. (-ën), model dat, met behulp van aan de psychologie en fysiologie ontleende begrippen, een verklaring poogt te geven van de manier waarop bij levende wezens leren tot stand komt. De vele leertheorieën weerspiegelen de uiteenlopende opvattingen onder psychologen over de aard van het leerproces.

Leertheorieën dienen onderscheiden te worden van onderwijstheorieën, al maken deze laatste vaak gebruik van leertheoretische principes.Stimulus-responstheorieën.In deze theorieën ziet men leren essentieel als het ontstaan van verbindingen tussen prikkels (stimuli) en reacties (responsen). Belangrijke vertegenwoordigers van deze groep leertheorieën zijn o.a. E.Thorndike, I. Pavlov, B.Skinner. Op grond van dierproeven beschouwde Thorndike leren als het resultaat van proberen, mislukken en opnieuw proberen, Pavlov als het aanbrengen van een stelsel van geconditioneerde reacties (conditionering, PSYCHOLOGIE). Een centrale plaats in deze groep leertheorieën neemt het begrip associatie in.

Cognitieve leertheorieën.

Deze zijn vooral gericht op de cognities (waarnemingen, herkenning, redeneringen, verwachtingen, begripsvorming) die het individu over zijn omgeving heeft, en de wijze waarop deze zijn gedrag bepalen. Tot deze groep kan men o.a. rekenen de theorie van E.Tolman en de denkbeelden van de vertegenwoordigers van de gestaltpsychologie. In deze theorieën wordt het leren niet gezien als een proces waarbij stimuli en responsen met elkaar geassocieerd worden, maar als een proces waarbij bestaande ideeën en ervaringen opnieuw worden geordend, waardoor dan weer nieuwe denkpatronen of inzichten ontstaan. Mens en dier leren door inzicht. Bekrachtiging zou daarbij slechts een ondergeschikte rol spelen.

Sociale leertheorieën.

Deze vragen aandacht voor het leren als sociaal gedrag. Zij trachten aan te tonen dat imiterend gedrag een gewoonte is, die aangeleerd wordt door bekrachtiging of beloning. De Amerikaanse psychologen Dollard en Miller onderscheiden afhankelijk gedrag:door volgelingen wordt het gedrag van hun leider geïmiteerd, en kopiërend gedrag: door imitatie brengt degene die leert zijn eigen reacties in overeenstemming met die van het model. Bandura heeft erop gewezen dat leren kan optreden door observatie van het gedrag van anderen, óók als degene die toekijkt het gedrag van het model niet direct imiteert en er derhalve ook niet voor beloond of bekrachtigd kan worden. Zonder dat gedrag ter plaatse te herhalen blijkt men toch in staat te zijn het geobserveerde gedrag op een later tijdstip te reproduceren.

LITT. A.M.P.Knoers, Leren en ontwikkeling (1973); E.R.Hilgard en G.H.Bower, Theories of learning (1975).

< >