v./m. (-n), ben. voor het jeugdstadium bij dieren met gedaanteverwisseling; de vorm waarmee het dier het ei verlaat (o.a. bij insekten en amfibieën): de van een kikvors.
De larve verschilt meestal sterk van de volwassen vorm {imago) in lichaamsbouw en daarmee samenhangende levenswijze. Zo verschilt de engerling in lichaamsbouw en gedragingen aanzienlijk van de meikever. Hetzelfde geldt voor rups-vlinder, made-vlieg, emelt-langpootmug, ritnaald-kniptor en kikkervisje-kikvors. Dikwijls zijn er diverse opeenvolgende larvestadia (insekten).