v. (-en),
1. het na de daling aan de grond komen van een luchtvaartuig; ook het samenstel van manoeuvres die de bestuurder van een luchtvaartuig moet uitvoeren om dit veilig aan de grond te brengen (instrumentlanding);
2. het aan-landgaan;
3. het aan-land-zetten van troepen met behulp van vaartuigen, amfibievoertuigen en luchtmacht voor het uitvoeren van krijgsverrichtingen: de geallieerde in Normandië.