Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kiemrem'mingsmiddel

betekenis & definitie

o. (-en), scheikundige stof die de kieming onderdrukt.

(e) Kiemremmingsmiddelen worden veel toegepast bij de opslag van aardappelen omdat, om zoet worden te voorkomen, consumptieaardappelen bij hogere temperaturen worden bewaard, hetgeen de kieming versnelt. Bovendien moet een groot gedeelte van deze aardappelen lang worden bewaard om het gehele jaar aardappelen te kunnen eten. De kwaliteit van gekiemde aardappelen is veel slechter dan van ongekiemde.

Om te voorkomen dat de knollen kiemen, wordt van chemicaliën gebruik gemaakt. Bij de belangrijkste middelen bestaat het actieve deel uit: isopropyl-n-fenylcarbamaat (IPC), isopropyl-n-chlorofenylcarbamaat (CIPC) of mengsels van deze stoffen. Het middel kan worden toegediend tijdens het beladen van de bewaarruimten. De knollen worden bepoederd met een mengsel van een inerte stof en de actieve stof (1 %). Er wordt 1 kg poeder per 1000 kg aardappelen gebruikt. Het is ook mogelijk het kiemremmingsmiddel later toe te dienen.

In dat geval wordt het poeder of een vernevelde oplossing door het produkt geblazen. De maximaal toegestane hoeveelheid is 20 gram actieve stof per 1000 kg aardappelen. Het residu kiemremmingsmiddel in geschilde aardappelen mag in Nederland nooit meer zijn dan 0,5 mg/kg aardappel.

Een andere manier om aardappelen kiemvrij te bewaren is een bestraling uit te voeren met bètadeeltjes of gammastraling. Omdat de indringing van gammastraling vele malen groter is dan van bètadeeltjes verdient gammastraling uit praktische overwegingen de voorkeur. Een dosering van 75–100 J/kg is in de meeste gevallen voldoende voor een goed resultaat gedurende het gehele bewaarseizoen. Hoewel bestraling mogelijkheden biedt, wordt zij niet op grote schaal toegepast, omdat bestraling met de bijkomende kosten veel duurder en organisatorisch veel moeilijker is dan een behandeling met chemicaliën.

LITT: W.G.Burton, The potato (1966); H.Sparenberg, Potato and onion irradiation in the Netherlands (1975).

< >