v./m., 1. (filosofie) de leer van Platoon, volgens welke de ideeën een diepere werkelijkheid vertegenwoordigen dan de fenomenen;
2. (geschiedenis) de opvatting, dat de loop van de geschiedenis bovenal wordt bepaald door geestelijke stromingen, ideeën; deze leer is tegenhanger van het historisch materialisme (e).
(e) De ideeënleer is het eerst geformuleerd door Wilhelm von Humboldt in zijn Über die Aufgaben des Geschichtsschreïbers (1821) en verkreeg in de daarop volgende jaren vooral in Duitsland grote aanhang. Een verklaring voor het opkomen van de ideeënleer is dat men aan de Franse Revolutie en de Restauratie duidelijk de invloed van filosofische en politieke theorieën had kunnen waarnemen. Belangrijke historici, die in de geest van de ideeënleer dachten, waren Ranke, Dilthey, Troeltsch en Meinecke.