Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hypnose

betekenis & definitie

[➝Gr. hypnos, slaap], v., kunstmatig opgeroepen bewustzijnstoestand die doet denken aan de slaap.

(e) Hypnose is een toestand van ➝trance, waarin een subject naast een vernauwing van het bewustzijn, zowel een gedeeltelijke verlaging als een gedeeltelijke verheffing (concentratie op de hypnotiseur) van het bewustzijnsniveau vertoont. Het fundament van de hypnose is een intensieve irrationele relatie tussen hypnotiseur en gehypnotiseerde. Ofschoon de gehypnotiseerde aan een slapende doet denken, bestaan er verschillen tussen hypnose en slaap: de gehypnotiseerde ontwaakt niet als de hypnotiseur tegen hem spreekt en voert (binnen zekere grenzen) de bevelen die hem door deze gegeven worden uit; in tegenstelling tot een slapende blijkt een gehypnotiseerde tot een goed gecoördineerd handelen in staat te zijn. Grote gelijkenis is aanwezig met slaapwandelen. De suggestibiliteit van de gehypnotiseerde ten opzichte van de hypnotiseur maakt de eerste niet tot een willoos werktuig van de hypnotiseur. Lichamelijke verschijnselen bij hypnose zijn de verlaagde bloeddruk en de katalepsie (d.w.z. lichaamsdelen blijven in de stand waarin de hypnotiseur deze brengt), terwijl men bij gehypnotiseerden langs suggestieve weg invloed kan uitoefenen op secreties en excreties.

Ook is het wel gelukt door suggestie bij gehypnotiseerden wonden te doen ontstaan (➝stigmatisatie). De verhoogde invloed van het voorstellingsleven op het organisme is een effect van de hypnose dat therapeutische betekenis kan hebben. Bij operaties of bevallingen kan hypnose pijnloosheid suggereren. Ook de psychiatrie maakte, na een kwakzalverig begin met het mesmerisme van de Duitse arts F.Mesmer, gebruik van de hypnose (in Frankrijk en in de Oosteuropese landen nog in ruime mate): psychiaters hebben stotteraars, drankzuchtigen, nagelbijters e.a. door hypnosetherapie genezen; tengevolge van de verzwakking van de remmingen die de toestand van verlaagd bewustzijnsniveau met zich brengt, blijkt het reproduktievermogen in de hypnose verhoogd te zijn (hypnotische hypermnesie). S.Freud echter maakte de herinneringsmethode in de psychotherapie los van de hypnose (➝psychoanalyse).

Bij de dierhypnose spelen reflexen die aan een bepaalde ligging van het dier gebonden zijn, een belangrijke rol. Vergelijkend onderzoek zou kunnen bijdragen tot de kennis van de hypnose bij de mens. De schrikhypnose die men bij de mens heeft waargenomen, vindt men ook bij het dier.

LITT. B.Stokvis, Hypnose in de geneeskundige praktijk (1937); F.Völgyesi, Menschenund Tierhypnose (1938); M.Gill en M.Brenman, Hypnosis and related States (1961); J.Hilgard, Personality and hypnosis (1970); D.Langen, Hypnose und psychosomat. Medizin (1972); W.Schmidbauer, Van magie tot psychotherapie (1973).