(Isla Esparïola), eiland van de Grote Antillen, begrensd door de Atlantische Oceaan, de Caribische Zee, de Windward Passage (Passe du Vent) en de Mona Passage, 76484 km2. Het eiland omvat de →Dominicaanse Republiek (het oostelijk deel) en →Haiti (het westelijk deel).
FYSISCHE GESTELDHEID. Reliëf en afwatering. Hispaniola wordt gekenmerkt door vier bergketens, van elkaar gescheiden door smalle, longitudinale depressies. De as van het systeem van bergruggen (en van het eiland) loopt westnoordwest-oostzuidoost. Na de kustvlakte aan de Atlantische Oceaan zijn de volgende reliëfvormen te onderscheiden: de Cordillera Septentrional; de Plaine du Nord en de Valle del Cibao (vruchtbaar alluviaal gebied); de Cordillera Central (hoogste top Pico Duarte, 3175 m), die zich als het Massif du Nord voortzet; het bekken van de Valle de San Juan, met het Plateau Central (savannegebied); de Sierra de Neiba, die zich voortzet als de Montagnes de Trou dEau, de Chaîne des Matheaux en de Montagnes Noires (ca. 1500 m), waartussen de Plaine de lArtibonite ligt, de vlakte van de gelijknamige rivier, die uitstroomt in de Golf van Gonâve; de Cul de Sac (Enriquillo Plains) in het westen tot het Étang Saumâtre (zoutmeer); de Sierra de Bahoruco, die zich voortzet als Massif de la Selle en Massif de la Hotte. De Plain of Santo Domingo is het grote laagland aan de zuidkust van het eiland.
Opheffingen van pleistocene marine sedimenten en rivierterrassen bewijzen sterke en recente tectonische activiteit. Hispaniola is een gebied van aardbevingen. Klimaat, flora en fauna. Hispaniola ligt in de tropische zone, die onder invloed staat van de noordoostpassaat. De gemiddelde jaarlijkse neerslag is 10002000 mm. In de regenschaduw liggen b.v. de aride gebieden Cul de Sac en de Plaine de l’Artibonite.
Tussen juni en nov. kunnen wervelstormen optreden. Tropisch regenwoud bedekt de bergen; dennen groeien in de hogere delen. Bodemerosie wordt door herbebossing bestreden. GESCHIEDENIS. In 1492 ontdekte Columbus het eiland, dat hij La Isla Españiola noemde. Ten tijde van de Spaanse overheersing werd het eiland meestal Santo Domingo genoemd, naar de hoofdstad. Het eiland had een strategische waarde ten opzichte van Cuba, Mexico, Panama en Zuid-Amerika.
Nadat het westelijke deel een Franse kolonie was geworden (1697) heette het Saint-Domingue, na de onafhankelijkheid in 1804 Haiti, de vroegere Indiaanse naam voor het eiland. Het oostelijke deel riep in 1844 de onafhankelijkheid uit onder de naam Dominicaanse Republiek.