m. (-s), (textielindustrie) apparaat voor het drogen van doek.
(e) In de heteluchtdroger gebeurt het ➝drogen volgens het convectieprincipe. Het vochtige doek wordt zig-zag over aangedreven rollen door een ruimte geleid waarin zodanig hete lucht wordt geblazen, dat een efficiënte en gelijkmatige droging wordt bereikt. Dit laatste is belangrijk omdat eventueel aanwezige hulpmiddelen gelijkmatig over het doek moeten worden verdeeld en er daarom tijdens het drogen geen migratie mag optreden. Doordat het doek onder geringe spanning door de droger loopt en er dus enige relaxatie kan optreden, wordt met de heteluchtdroger een goede vormstabiliteit verkregen. Afhankelijk van het doekgewicht en de gewenste hoeveelheid restvocht kan het doek met de gangbare apparaten snelheden van 10-100 m/min bereiken.