Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fosfolipide

betekenis & definitie

o. (-n), (ook: fosfatide), lipide dat een fosfaatgroep bevat, vnl. in cellulaire membranen voorkomend.

Men kan twee klassen van fosfolipiden onderscheiden: glycerofosfolipiden en sfingofosfolipiden. De voornaamste eigenschap van de glycerofosfolipiden is dat het ene uiteinde van het molecule (R1 + R2) sterk hydrofoob is, terwijl het andere uiteinde hydrofiel is. Door de variatiemogelijkheden op de R1-, R2en R3-plaatsen kunnen een aantal belangrijke groepen van glycerofosfolipiden worden onderscheiden (tabel).

glycerofosfolipide R1 R2 R3 fosfatidylzuur vetzuur vetzuur -H lecithinen (= fosfatidylcholinen) vetzuur vetzuur choline cephalinen vetzuur vetzuur ethanolamine of serine inosiden vetzuur vetzuur inositol plasmalogenen enolether van vetzuur vetzuur ethanolamine of choline De R1-plaats bevat meestal een vetzuurrest, terwijl de variatiemogelijkheden voor R2 groot zijn. Meestal is R2 bezet door een molecule choline, waardoor het sfingomyeline wordt gevormd. Ook in het sfingomyeline bevinden zich twee hydrofobe staarten, die verbonden zijn aan een hydrofiel deel, zie membraan.

< >