(is gefosfateerd), oppervlaktebehandeling van metalen, vnl. ijzer en staal, om deze beter bestand te maken tegen corrosie.
De te fosfateren voorwerpen worden na gereinigd te zijn, verhit tot ca. 90 °C in een bad van oplossingen (3-5%) van de primaire fosfaten van ijzer, mangaan of zink. Op het oppervlak van het metaal zet zich dan een laagje van de onoplosbare tertiaire fosfaten af. Door toevoeging van versnellers kan de noodzakelijke duur van de inwerking teruggebracht worden van 40-60 min naar 3-15 min. Ter verbetering van de kwaliteit van de laag worden soms kleine hoeveelheden boorzuur, kiezelzuur, fluaten of glycerine toegevoegd. De recepten zijn meestal geheim of door octrooien beschermd. Ook door elektrische stroom heeft men op snelle wijze fosfaatlagen kunnen aanbrengen, terwijl ook bespuiting wordt toegepast.
De fosfaatlaag zelf geeft reeds enige bescherming, maar is tamelijk kwetsbaar en poreus. Haar voornaamste functie is, dat zij een uitstekend hechtende onderlaag vormt voor lakken en vernissen en daardoor het zgn. onderroesten voorkomt.