Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dwang

betekenis & definitie

m. (g. mv.),

1. machtsuitoefening waardoor men iemand tot iets noodzaakt of waardoor men tot iets genoodzaakt wordt: buigen voor dwang; onder de dwang van de omstandigheden; dwang op iemand uitoefenen; (zegsw.) moeten is dwang en huilen is kindergezang, gezegd van of tot een kind dat tegen zijn wil iets moet doen (en daarom huilt);
2. innerlijke noodzaak die psychisch gestoorde personen dwingt tot bepaalde gedachten of handelingen, die niet in overeenstemming zijn met hun verstandelijk inzicht.

PEDAGOGIEK

In de opvoedingssituatie kan dwang optreden doordat het de opvoeder aan gezag ontbreekt, doorgaans aanleiding tot een pedagogisch ongewenste machtsuitoefening. Dwang kan in de opvoeding echter nodig zijn, b.v. in de straf. Straf helpt het kind zichzelf tucht, d.i. dwang, op te leggen. De dwang die de opvoeder het kind in de straf oplegt, treedt in de plaats van de zelftucht waarover een volwassene moet kunnen beschikken; deze dwang leert het kind zelfdiscipline. Dwang kan onvermijdelijk worden als het kind, de jonge mens, niet in staat is tot een vrije beslissing en een bepaalde handeling toch noodzakelijk blijkt. In alle andere gevallen is dwang af te wijzen; dan is het innerlijk aanvaarden van een verplichting pedagogisch het meest waardevol.

RECHT

Dwang is in Nederland een grond om vernietiging van een overeenkomst te vorderen. Van eenzijdige rechtshandelingen die onder invloed van dwang werden verricht kan de nietigheid worden ingeroepen. De Ned. wet spreekt bij het tot stand komen van overeenkomsten niet van dwang, maar van geweld. Hiermee wordt bedoeld een bedreiging met geweld, die op een normaal mens indruk kan maken.

In België wordt dwang onderscheiden in fysisch geweld en psychisch geweld of bedreigingen. De eerste vorm brengt nietigheid der verbintenis met zich. Voor de tweede worden bepaalde voorwaarden gesteld, die vrijwel gelijkluidend zijn met het Ned. recht (artt. 1112, 1113 BW). Iemand bedreigen met de uitvoering van een recht wordt niet beschouwd als dwang die een overeenkomst zou aantasten. Bedingt men echter, dat men een strafbaar feit niet zal aangeven, dan is de overeenkomst nietig, daar zij strijdig is met de openbare orde (art. 6 BW). Verder onderscheidt men eerbiedige vrees, waarbij men de keus heeft de genegenheid van bloedverwanten te verliezen of op de verbintenis in te gaan, en zij is geen reden tot vernietiging als zodanig (art. 1114 BW).

De wetgever heeft hier aangenomen dat dergelijke affectstoringen steeds herstelbaar zijn. Praktisch is deze uitzondering van minder belang, daar het geval gewoonlijk gepaard gaat met geweld in de zin van art. 1113 en de verbintenis dus toch meestal vernietigbaar is op grond van een andere wetsbepaling.

In het Belg. strafrecht is dwang een grond van rechtvaardiging (art. 71 WStr), ook de morele dwang, dit is de macht waaraan men niet heeft kunnen weerstaan, wat veronderstelt niet alleen dat de wil van de dader verzwakt werd door een op hem inwerkende macht, maar dat zijn vrije wil vernietigd werd, of nog dat de dader voor een ernstig en dreigend kwaad niet anders de belangen heeft kunnen vrijwaren die hij verplicht of gerechtigd was vóór alle andere te beschermen.