Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Drank

betekenis & definitie

m. (-en),

1. drinkbaar vocht, al wat men drinkt: spijs en drank; water is de beste drank; bier is mijn dagelijkse drank; sterke, geestrijke drank, met veel alcohol, als jenever, brandewijn;
2. zonder nadere bepaling voor sterkedrank: drank gebruiken; aan de drank zijn, aan de sterkedrank verslaafd zijn; (gew.) bij drank zijn, dronken, aangeschoten; hij kan tegen de drank, verdraagt het vele drinken goed; de drank heeft hem in het verderf gestort, het gebruik van sterkedrank;
3. (als medicijn) vloeistof om in te nemen: de dokter heeft hem een drank voorgeschreven.