Mantsjoeprins, *1612, ♰1650 Kharahotoen; 14e zoon van Noerhatsji. Onder de regering van zijn broer Abahai kreeg hij een militair commando en van 1638-39 behaalde hij grote successen bij een inval in China.
Na de dood van Abahai wilde hij niet in aanmerking komen voor de opvolging. Daarop werd Abahais zoon Foe-lin op vijfjarige leeftijd keizer (regeringsperiode Sjoen-tsje, 1644-61). Het jaar daarna namen de Mantsjoes Peking in (zie China, GESCHIEDENIS). Dorgon leidde de veldtocht en vestigde de Mantsjoeheerschappij in China. Tot zijn dood in 1650 regeerde hij als regent voor zijn neef. Na zijn dood wilden aanhangers van Dorgon het regentschap continueren onder zijn jonge adoptiefzoon, een andere groep bleek sterker en proclameerde de meerderjarigheid van de keizer.
Dorgon werd hierna postuum veroordeeld wegens machtsmisbruik. Keizer Tj’ien-loeng rehabiliteerde hem in 1773.
LITT. A.W. Hummel, Eminent Chinese of the Ch’ing period (2 dln. 1943).