I. (mengde door, heeft doorgemengd), mengend in iets brengen: je proeft het doorgemengde vet; II. (doormeng'de, heeft doormengd'),
1. over de gehele massa mengen: de verven moeten goed doormengd zijn;
2. geheel mengen met: zand met grind doormengd; (fig.) ons leven is met goed en kwaad doormengd.