Amerikaans zanger/pianist (rhythm and blues), *26.2.1928 New Orleans. Als zoon van een jazzmusicus leerde Domino op 10-jarige leeftijd piano spelen.
De muziek van Domino is geworteld in de traditie van New Orleans (jazz, blues, boogie), zijn persoonlijke inbreng is te vinden in de vocale voordracht en een strakkere ritmiek. De gemoedelijke, rustige zang van Domino, begeleid door het orkest van trompettist Dave Bartholomew met louter topmusici als de saxofonisten Buddy Hagans en Herb Hardesty, sprak in Domino’s geboortestreek zodanig aan dat zijn platen daar miljoenenoplagen haalden, terwijl hij verder nauwelijks bekend was. Wereldberoemd werd Domino in 1955 met de opkomst van de rock and roll. Het oeuvre dat Domino gedurende de jaren vijftig tot stand bracht, is kwalitatief uniek; kwantitatief (ca. 250 opgenomen titels, 25 gouden platen, 60 mln. verkochte platen) behoort hij tot de groten in de popmuziek. Nummers: The fat man (1949), Goin’home (1951), Goin’ to the river (1953), Ain’t that a shame, Blue Monday (1955), Blueberry hill (1956), Country boy (1958), Be my guest (1959).