Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dispersie

betekenis & definitie

[Lat. dispergere, verstrooien], v.,

1. (natuurkunde) kleurschifting, ontleding van het licht ;
2. (scheikunde) colloïdale verdeling van een vaste stof ;
3. (geografie) verspreide bewoning;
4. (wiskunde) zie standaardafwijking.

NATUURKUNDE

Dispersie is in de optica het verschil in breking, die lichtstralen van verschillende kleur (golflengte) in middenstoffen ondergaan. Valt een niet monochromatische lichtbundel op een prisma, dan wordt hij al naar gelang van de kleur verschillend gebroken en treedt dientengevolge onder ongelijke hoeken uit. Wit licht wordt daarbij gesplitst in een zeer groot aantal lichtbundels van verschillende kleur, blauw wordt meestal het meest gebroken, rood het minst. Behalve van de brekende hoek B van het prisma is de dispersie afhankelijk van de stof waaruit het prisma bestaat. Voor glas is de dispersie des te groter naarmate het meer lood bevat. De dispersie geeft de mogelijkheid tot het ontwerpen van een spectrum, waarin een lichtbundel naar golflengte onderzocht kan worden.

Hoewel in het algemeen de breking voor kortere golflengten groter is, komt soms het omgekeerde voor (anomale dispersie). Deze komt voor bij stoffen, die een bepaalde golflengte sterk absorberen. Licht van iets grotere golflengte dan die van de ‘absorptielijn’ wordt zeer sterk, licht van iets kortere golflengte wordt zeer weinig gebroken. De mate van breking geeft inlichtingen over de absorptielijn en de daarbij betrokken processen. Dispersie wordt in analoge betekenis op vele andere terreinen gehanteerd, b.v. in de geluidsleer: als in enig medium de voortplantingssnelheid van een bepaald type golf afhangt van de frequentie is er sprake van dispersie. Een veelvuldig voorkomende oorzaak van dispersie is het optreden van verliezen, maar ook in (praktisch) verliesvrije systemen kan dispersie optreden, zie coïncidentie-effect. SCHEIKUNDE.

Hier is dispersie het verschijnsel van een stof, die fijn in een andere, het dispersiemiddel, is verdeeld. Colloïden zijn een groep van dispersiesystemen, die een schakel vormt tussen de suspensies en emulsies enerzijds en gewone oplossingen anderzijds. Het dispersiemiddel kan vloeibaar, vast of gasvormig zijn. Een vloeibaar dispersiesysteem is klei in water; een vast dispersiesysteem is robijnglas, dat de prachtige rode kleur te danken heeft aan kleine gouddeeltjes, die in het glas zijn verdeeld. Saffier, amethist en opaal zijn disperse mineralen. Is het dispersiemiddel een gas, dan heeft men wolken en nevels (in fijne druppeltjes verdeeld water) of rook, vulkanisch of kosmisch stof; bij zeer fijne verdeling spreekt men van aërosols.

< >