[Eng.], o., de scheiding van kerk en staat in Groot-Brittannië.
Disestablishment werd o.a. gerealiseerd door een aantal Disestablishment Acts:
1. wet van 1869, waarbij de Anglicaanse Kerk in Ierland, waar zij sedert de 17e eeuw grote voorrechten bezat, staatsrechtelijk met de Rooms-Katholieke en de Presbyteriaanse Kerk gelijk werd gesteld;
2. wet van 1895, doorgevoerd in 1920, waarbij de Methodistische Kerk in Wales werd gelijkgesteld met de Anglicaanse Kerk;
3. in Schotland kwamen de Established Church en de Free Church in 1929 overeen zich geheel los te maken van de staat.