Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dioskouren

betekenis & definitie

[Gr. Dioskouroi, zonen van Zeus], in de Griekse mythologie tweeling, nl.

Kastoor (Lat.: Castor) en Polydeukes (Lat.: Pollux), zonen van Leda en broers van Helena, die zij uit handen van >Theseus bevrijdden. Zeus was hun goddelijke, Tyndareus hun menselijke vader, ofwel Zeus was vader van Polydeukes, Tyndareus van Kastoor. Zij schaakten de twee dochters van Leukippos van Messene en raakten daarop slaags met haar neven, waarbij Kastoor sneuvelde. Polydeukes verkreeg toen van Zeus, dat hij zijn onsterfelijkheid met Kastoor mocht delen en beiden samen om de andere dag op aarde resp. in de Hades mochten verblijven. De Dioskouren golden, evenals de goddelijke tweeling bij andere Indogermaanse volken, als redders in nood, o.a. in de veldslag, maar speciaal van zeelieden. Men stelde zich hen veelal voor als met lansen bewapende ruiters; als zodanig brachten zij de Romeinen in de strijd tegen de Latijnen in 499 v.C. de overwinning, waarna zij te Rome bekendheid kregen en met een tempel op het forum werden geëerd. Ook speelden zij een rol in de onsterfelijkheidssymboliek van de Romeinse keizertijd.LITT. F.Altheim, Griech. Götter im alten Rom (1930); G.Chapoutier, Les Dioscures au service d’une déesse (1935).