Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Diminutiva

betekenis & definitie

[Lat.], o. (mv.), verkleinwoorden, in het Ned. substantiva met verkleinende, vaak met affectief-verkleinende betekenis.

Diminutiva worden in het Ned. en ook in andere talen gevormd op basis van andere substantiva, soms ook van persoonsnamen door middel van een affix of door een andere systematische wijziging van de vorm dezer substantiva. Voorbeelden: paardje naast paard, moedertje naast moeder, Jantje naast Jan. Woorden als bedankje, die niet op basis van substantiva zijn gevormd (bedankje nl. op basis van de werkwoordstam bedank-), kunnen niet als diminutiva worden beschouwd.

LITT. E.Kruisinga, Diminutieve en affectieve suffixen in de Germ. talen (Med. Ned. Ak. v. Wetensch. Aid.Letterkunde, Nwe. Reeks 5, 9, 1942); A.Cohen, Het Nederlands diminutief suffix; een morfologische proeve (in: De Nieuwe Taalgids 51, 1958).